Ik ging ooit door een periode waarin ik dacht dat een mens – ik dus – nooit genoeg boeken kon hebben. Ik denk dat dit begon toen ik een jaar of 19 was en Literatuurwetenschap in Utrecht ging studeren. Ongeveer een jaar later verruilde ik mijn bijbaan in een winkel voor kunstenaarsbenodigdheden voor die als kassamedewerker in een boekhandel.
Er was geen houden meer aan, en mijn collectie groeide. Omdat ik op een gegeven moment even niet genoeg ruimte had voor al die boeken, heb ik een (groot) deel een tijd in opslag gedaan. Want afscheid nemen van m’n boeken? Nooit!
Halverwege juni ben ik verhuisd. En ik kwam ergens achter: ik heb veel spullen. Ik heb veel boeken. Dacht ik tijdens het inpakken nog steeds dat een mens nooit genoeg boeken kon hebben? Niet bepaald. Ik ben nu ik 29 ben kennelijk gehard. Wellicht dat dat ook te maken had met het feit dat ruim 40 dozen met boeken naar de derde verdieping sjouwen (al m’n andere spullen niet meegerekend) niet het allerleukste deel van m’n verhuizing was.
Ik schaam me een beetje om het hier toe te geven, maar ik doe het toch: ik heb nog nooit zo’n hekel aan mijn boeken gehad als tijdens de verhuizing. En waar ik vooral een hekel aan had, was dat ik toen ik m’n overige boeken een tijdje in opslag deed, ik niet kritisch heb gekeken naar wat ik allemaal had en daadwerkelijk wilde houden.
Een mens kan nooit genoeg boeken hebben, zeker. Maar als bijna dertiger sta ik in principe nog aan het begin van m’n verzameling. Ik besloot dus om extra kritisch door m’n huidige verzameling te gaan en, m’n met liefde verzamelde en gekochte darlings te killen. Niet letterlijk uiteraard, maar soms moet je wat ruimte creëren om nieuwe darlings welkom te kunnen heten.